HAMER-DUYVENSZPRIJS uitgereikt

RedactieNieuws

De NWVT kent eenmaal per jaar een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT Hamer-Duyvensz prijs commissie, als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NWVT Hamer-Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.

De NWVT Hamer-Duyvenszprijs 2021 is op 16 maart 2022 uitgereikt aan:

Dr. Maurits de Kuijper

voor zijn proefschrift:

DIRECT COMPOSITE VERSUS GLASS-CERAMIC ENDOCROWNS
for mechanically compromised molar teeth

Dr. Maurits de Kuijper heeft zijn onderzoek verricht aan de Universiteit Groningen – UMCG.
Promotoren waren Prof.dr. M.S. Cune en prof.dr. M. Özcan.
Copromotor was Dr. M.M.M. Gresnigt.

De NWVT Hamer-Duyvenszprijs commissie heeft zijn proefschrift met veel interesse gelezen en nota genomen van de conclusies en de eruit voortvloeiende klinische implicaties.

Collega De Kuijper heeft de Hamer-Duyvensz prijs 2021 verdiend, omdat dit een relevant proefschrift is voor het tandheelkundig onderzoek op het gebied van herstel van endodontisch behandelde gebitselementen in de premolaar- en molaar-regio. Het heeft daardoor ook directe consequenties voor de algemeen practicus.

Het is een gedegen analyse van het probleem hoe endodontisch behandelde (pre)molaren restauratief te herstellen. Het proefschrift begint met een literatuurstudie gebaseerd op 22 geïncludeerde artikelen waarop een meta-analyse kon worden uitgevoerd. Vervolgens heeft collega De Kuijper een enquête verricht onder 383 Nederlandse tandartsen algemeen practici en 33 tandarts endodontologen waarbij gevraagd werd naar de restauratieve voorkeur voor herstel van endodontisch behandelde (pre)molaren.

Daarnaast werd een retrospectieve studie verricht naar overleving van 279 molaren en het endodontisch succes bij 245 patiënten in een verwijspraktijk voor endodontie in de periode 2011-2017. De lange termijn overleving bleek bijna 92%, maar daalde sterk bij de afwezigheid van buurelementen, een afwijkende wortelkanaal morfologie en een inadequate coronale afsluiting.

Vervolgens verrichte collega De Kuijper nog 3 in-vitro studies. Daarbij werden de mechanische eigenschappen van verschillende restauratietypen op ernstig verzwakte endodontisch behandelde molaren onderzocht middels een thermo-mechanische veroudering in een kauwsimulator. Daarbij werd in verschillende experimentgroepen onder andere gekeken naar het nut van glasvezelstiften, glasvezelversterkt composiet en de extensie van restauraties tot in de pulpakamer. Ook werd de invloed van translucentie van glaskeramiek-onlays en -kronen op de uithardingstijd en uithardingsgraad van composietcementen onderzocht.

Tenslotte wordt dit proefschrift elegant afgerond met een gerandomiseerde studie waarbij 60 endodontisch behandelde en zwaar gerestaureerde molaren willekeurig werden gerestaureerd met een direct microhybride composiet of een lithiumdisilicaat endo-kroon. Uiteindelijk bleek er na 1 jaar geen significant verschil in tandoverleving en restauratie succes en waren patiënten met beide restauratietypen even tevreden.

De jury meent dat dit onderzoek een belangrijke ondersteuning vormt bij de beslissing hoe endodontisch behandelde (pre)molaren in de dagelijkse praktijk te restaureren.

Het proefschrift verdient daarom een extra attentie in de vorm van deze waardering.